"Jack en Mabel vestigen zich in het onherbergzame Alaska nadat ze een groot persoonlijk leed hebben doorstaan. Hun eerste en enige kind werd doodgeboren, hetgeen ze nog altijd niet verwerkt hebben. In de door hen zelf gebouwde blokhut, een heel eind van de bewoonde wereld vandaan proberen ze ieder op hun eigen manier hun verdriet te verwerken. Jack stort zich op het ontginnen van land om er aardappels te kunnen verbouwen. Aanvankelijk maakt Mabel taarten die ze in het dorp verkoopt, maar als de winter invalt, krijgt ze te horen dat haar taarten niet meer nodig zijn. Ze hebben evenwel ook nog geen echte oogst gehad, zodat ze het als de winter invalt moeilijk hebben: het ziet er naar uit dat ze het niet zullen redden.
Als de eerste sneeuw valt, maken ze samen in een spontane opwelling een sneeuwpop, een echte pop, met een das om en wanten. Het lijkt een nieuw begin. Kunnen ze hun verdriet achter zich laten?
De dag erna is de sneeuwpop weg, als ook das en wanten… en ze zien tussen de bomen een flits van een kind. Wie is dat kind? Hoe kan het dat ze ’s nachts buiten in de bossen, in de wildernis, kan overleven? Niemand in het dorp weet iets van een kind af, en Mabel gaat langzaam denken aan het sprookje dat haar vader haar als kind voorlas, over een echtpaar dat geen kinderen kon krijgen, een sneeuwpop maakte en hoe die tot leven kwam. Is het meisje dan niet echt?
Wie of wat het kind ook is: langzaam komt ze dichterbij de hut, dichterbij Jack en Mabel en ze gaat deel uit maken van hun leven.
Tot de lente komt. Met het verdwijnen van de sneeuw verdwijnt ook het kind.
Het wordt zomer en een bevriend echtpaar helpt hen het land te bewerken en laat hun jongste zoon Garret bij hen achter zodat hij kan blijven helpen. Garrett gaat weer naar huis als de winter invalt, en Mabels verwachtingen komen uit: daar is het meisje weer.
Het is een vreemde situatie die jaren zal duren: in de winter hebben Jack en Mabel een ’dochter’, en in de zomer een ‘zoon’. Maar waar de jongen levensecht is, blijft het meisje een raadsel…
De dag erna is de sneeuwpop weg, als ook das en wanten… en ze zien tussen de bomen een flits van een kind. Wie is dat kind? Hoe kan het dat ze ’s nachts buiten in de bossen, in de wildernis, kan overleven? Niemand in het dorp weet iets van een kind af, en Mabel gaat langzaam denken aan het sprookje dat haar vader haar als kind voorlas, over een echtpaar dat geen kinderen kon krijgen, een sneeuwpop maakte en hoe die tot leven kwam. Is het meisje dan niet echt?
Wie of wat het kind ook is: langzaam komt ze dichterbij de hut, dichterbij Jack en Mabel en ze gaat deel uit maken van hun leven.
Tot de lente komt. Met het verdwijnen van de sneeuw verdwijnt ook het kind.
Het wordt zomer en een bevriend echtpaar helpt hen het land te bewerken en laat hun jongste zoon Garret bij hen achter zodat hij kan blijven helpen. Garrett gaat weer naar huis als de winter invalt, en Mabels verwachtingen komen uit: daar is het meisje weer.
Het is een vreemde situatie die jaren zal duren: in de winter hebben Jack en Mabel een ’dochter’, en in de zomer een ‘zoon’. Maar waar de jongen levensecht is, blijft het meisje een raadsel…
Het is een mooie roman over een hard leven in een wereld die vanuit je warme luie stoel een romantische sfeer heeft, maar we vergissen ons: het is voor de mensen die er moeten overleven een hard en moeilijk bestaan. Heel duidelijk en treffend wordt beschreven hoe het verdriet om dat eerste kind het leven van het echtpaar blijft beïnvloeden, hoe ieder van hen er op een eigen manier mee om gaat, en ze elkaar daarin soms aanvoelen, maar vaak ook niet. Hetzelfde gebeurt ten overstaan van het geheimzinnige meisje.
Op soms wat lange beschrijvingen na, boeit en ontroert dit meeslepende verhaal. "
zelf gelezen en heel goed bevonden,
niets meer toe te voegen aan deze prima recensie...
niets meer toe te voegen aan deze prima recensie...