vrijdag 21 november 2014












Voor de verre prinses


Wij komen nooit meer saam: 
De wereld drong zich tussenbeide. 
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam, 
Maar andre sterren zien we in andre tijden. 


Uw land is zo ver van mijn land verwijderd: 
Van licht tot verste duisternis—dat ik 
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend, 
U zou begroeten met mijn stervenssnik. 

Maar als het waar is dat door grote dromen 
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht 
Tot op de verste ster: dan zal ik komen, 
Dan zal ik komen, iedre nacht.



J. Slauerhoff