maandag 28 november 2011

avondliedeke









Avondliedeke

't Is goed in 't eigen hart te kijken
Nog even voor het slapen gaan,
Of ik van dageraad tot avond
Geen enkel hart heb zeer gedaan;

Of ik geen ogen heb doen schreien,
Geen weemoed op een wezen lei,
Of ik aan liefdeloze mensen
Een woordeke van liefde zei;

En vind ik in het huis mijns harten
Dat ik één droefnis genas,
Dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom één hoofd dat eenzaam was …

Dan voel ik op mijn jonge lippen
Die goedheid als een avondzoen ...
’t Is goed in 't eigen hart te kijken
En zo z'n ogen toe te doen.

Alice Nahon

















vrijdag 25 november 2011

zondag 20 november 2011

a friend...









De eekhoorn was bedroefd. Weer had de wind hem overgeslagen en hem geen brief bezorgd.
Niemand denkt aan mij, dacht hij. Terwijl hij zelf wel aan duizend dieren dacht. Hij dacht aan de mier, de olifant, het nijlpaard en aan de mug. Hij dacht aan de otter, de leeuw, en aan de ekster. De beer, de wesp, en aan de mus. Hij dacht aan iedereen.
Aan wie dacht hij al niet? 'Aan mij,' zei een stem. De eekhoorn schrok op en keek naar buiten. Het regende en er was niemand te zien. 'Hallo', riep hij. 'Hallo', zei de stem. 'Waar ben je, ik bedoel: wie ben je?' riep de eekhoorn. 'Ik ben hier.' 'Hier?' Toen zag de eekhoorn naast zijn deur, in een donkere hoek, helemaal opgevouwen, het nachtuiltje liggen.
'O ben jij het,' zei de eekhoorn. 'Zie je wel,' zei het nachtuiltje. 'Je dacht niet aan mij, terwijl ik al dagenlang aan jou denk!' 'Aan mij??' 'Aan jou!'zei het nachtuiltje. 'Kijk maar.' En hij vouwde zijn vleugels open. De eekhoorn las, van de ene vleugel naar de andere:
Hallo eekhoorn, Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed, of eigenlijk niet zo goed omdat je nooit eens aan mij denkt. Denk je eens aan mij? Nou dag! Nachtuiltje.


Toen vouwde het nachtuiltje zijn vleugels dicht, schudde zich een paar keer door elkaar en vouwde zijn vleugels weer open. Ze waren wit. Met ernstige, glanzende ogen gaf hij een takje aan de eekhoorn en de eekhoorn schreef:
Lief nachtuiltje, Weet je, ik moet altijd een beetje aan je denken. Ik bedoel: voortaan. Want ik vind je lief. Schrijf je me gauw nog eens? Dag! Eekhoorn.
Het nachtuiltje vouwde heel voorzichtig zijn vleugels dicht, steeg op en vloog weg. De eekhoorn ging naar binnen om in de stoel voor het raam een tijd te gaan nadenken.



Uit: Misschien wisten zijn alles
Toon Tellegen. Uitgeverij Querido







woensdag 16 november 2011

dinsdag 8 november 2011

herfst...












Vreemd, dat boom en tak zoo stil staan 
In het gouden licht vandaag, 
Dat de bladertjes zoo stil gaan, 
't Een na 't ander, naar omlaag.

Dat het zonlicht zoo voorzichtig 
Door de ijlheid straalt van 't lof, 
En het groene blad doorzichtig 
En veel eed'ler maakt van stof,

Dat het windje in de twijgen 
Zoo behoedzaam gaat te werk 
En aleen wat blaadjes zijgen 
Doet op 't pad en 't bloemenperk,

Zonder 't wazig diep te raken 
Waar de groene schemer blauwt, 
Of den goudglans schuw te maken 
In het ijlbebladerd hout,

Of te roeren aan den vijver, 
Waar zeer statiglijk en traag 
Twee voorname zwanen drijven 
Met hun spiegelbeeld omlaag,

En wat late najaarsrozen, 
Als bewasemend amethyst, 
Al den weemoed van hun broze 
Schoonheid heffen in den mist.




Jacqueline E. van der Waals 
uit: Laatste verzen 1923













zondag 6 november 2011

Verleih uns Frieden






L.U.K. 84-85





Verleih uns Frieden gnädiglich,
Herr Gott, zu unsern Zeiten.
Es ist doch ja kein andrer nicht,
der für uns könnte streiten,
denn du, unser Gott, alleine.

Schenk ons genadiglijk vrede,
Heere God, in onze tijd.
Er is toch immers geen ander
die voor ons zou kunnen strijden,
dan U alleen, onze God.