Een soort verlies
Samen gedeeld: seizoenen, boeken, muziek.
De sleutels, de theekopjes, de broodmand, lakens en een bed.
Een uitzet van woorden, gebaren – meegebracht, gebruikt, verbruikt.
De huisregels gevolgd. Gezegd. Gedaan. En steeds de hand gereikt.
De sleutels, de theekopjes, de broodmand, lakens en een bed.
Een uitzet van woorden, gebaren – meegebracht, gebruikt, verbruikt.
De huisregels gevolgd. Gezegd. Gedaan. En steeds de hand gereikt.
Ik werd verliefd op winters, een Weens septet en zomers.
Op landkaarten, een bergdorp, een strand en een bed.
Hield data in ere, verklaarde beloften voor onverbrekelijk,
verafgoodde een Iets en was vroom voor een Niets
Op landkaarten, een bergdorp, een strand en een bed.
Hield data in ere, verklaarde beloften voor onverbrekelijk,
verafgoodde een Iets en was vroom voor een Niets
(de opgevouwen krant, de koude as, het blaadje met een notitie),
onbevreesd in het geloof, want dit bed was de kerk.
onbevreesd in het geloof, want dit bed was de kerk.
Uit de blik op het meer ontstond mijn onuitputtelijk schilderen.
Vanaf het balkon kon ik de volkeren, mijn buren, groeten.
Bij het haardvuur, in veiligheid, had mijn haar zijn diepste kleur.
Het bellen aan de deur was het alarm voor mijn vreugde.
Vanaf het balkon kon ik de volkeren, mijn buren, groeten.
Bij het haardvuur, in veiligheid, had mijn haar zijn diepste kleur.
Het bellen aan de deur was het alarm voor mijn vreugde.
Niet alleen jou heb ik verloren,
maar de wereld.
maar de wereld.